zondag 20 april 2014

Negentiende Editie


Optredens van: Hein-Jaap Hilarides & Markus Haringa (poëzie), The Flamenco Thief, Eva Hoogland, Wim & Thijs Elzinga, Oscar Jan Hoogland, Stanley Hoogland, Ensor, Head Relax Man
Locaties: de woonkamer van Markus, tuin en tuinhuis van Oscar Jan, de platenkelder van Marcel, de woonkamer van Ed.

Ed Schenk maakte bijgaande foto's, Gert 'Vido Liber' Verbeek publiceerde een uitgebreider beeldverslag op zijn weblog en Christel Groot schreef een impressie:

Het is Pasen. Het is zonnig en heet. We zijn in Oost en wel in de Bankastraat. Op de tafel Paasschuimpjes; wie wist dat die bestonden? Het publiek schuift nog wat onwennig langs elkaar als twee dichters, waaronder onze gastheer, de spits afbijten. Hein-Jaap dicht over zon, haring, zout en klei en over dat op feestdagen alles naar feest smaakt. De inspiratie komt voor Markus, de tweede dichter en tevens gastheer, uit het hoge Noorden. Marcus: ‘Ik kam met spijkers mijn ijzerhaar’.
 
Om  half zeven precies is in Antwerpen vanochtend Craig Sutton opgestaan, also known as The Flamenco Thief, om voor ons het 48e optreden in zijn Europese tour van 159 optredens te verzorgen. Zijn energieke muziek bestaat uit verschillende Flamenco elementen die met samples over elkaar heen worden gelegd, waardoor een zonnig palet aan opzwepende klanken ontstaat. Latin America on a rainy day. Warmte ontstaan in de kou van winderig zuid Engeland, waar Craig woont en postbode is. De enige andere postbode in ons gezelschap krijgt dan ook een hommage. Terecht. Terwijl de treinen op de achtergrond passeren, reageert de versterker van Craig op de wasmachine van de bovenburen. Hoe ‘wijsjes’ wil je het hebben.
De volgende pleisterplek is een tuin - wat heerlijk, een tuin- dicht bij de Molukkenstraat. Terwijl het publiek zich, innig tevreden met het zojuist aangereikte perenijsje, nestelt tussen de varens, komt de volgende artieste tevoorschijn uit de schuur. Eva Hoogland zingt, gekleed in stemmig roomwit, Turkse liederen, zichzelf begeleidend op de saz. In Eva woont duidelijk hoorbaar een oude melancholische Turkse vrouw. De buurvrouw in de aangrenzende tuin leest ondertussen stoïcijns in haar onderbroek de krant. Ze trekt haar shirtje ook nog uit. Wat nou pottenkijkers. Onze gastheer Thijs Elzinga speelt intussen met vaderlief een portie bluegrass, over railroadtracks en een beetje janken op de stemmige banjoklanken. Daarna mag iedereen de schuur in  voor improvisaties van Oscar Jan met melkopschuimers en een clavecimbel, die dan weer klinkt als een gitaar. De schuurmachine van de bovenburen gaat prima samen met  deze muziek. Stanley Hoogland speelt nog een nocturne op piano in de schuur, terwijl in de tuin de eerste biertjes opengaan.

Via het gebied rond de Polderweg komen we aan in de Transvaalbuurt waar het eindelijk tijd is voor de traditionele jenever en augurk. We moeten de zon tijdelijk gedag zeggen om af te dalen in een ‘man cave’, waar de band Ensor, vernoemd naar een Vlaamse dichter, een akoestische sessie doet. Kiki, het enige kind in het publiek, zit alweer op de schoot van een ‘vreemde’ mevrouw en een dame uit het publiek heeft zich heerlijk genesteld op het bed achter het podium.
De laatste locatie van vandaag is op het Beukenplein. Alleen……niemand weet het huisnummer. Na twintig minuten zwaait de deur dan toch open en blijkt er een heus hartige taarten buffet voor ons klaar te staan. Terwijl de jongetjes op de galerij beneden voetballen, smullen wij van het eten met onze gezichten in de allerlaatste zon. In de goot stroomt een omgevallen glas rode wijn.
Naar binnen voor het allerlaatste optreden van Head Relax Man, waarbij Tineke Vroegop (met stropdas!) en Wim Elzinga (Hey, where did we see this guy before?) nog even alles op alles zetten. Terwijl Tineke zich afvraagt of haar gitaar wel is aangesloten, speelt Wim nog maar eens een heerlijke ukelele-solo.

Het was weer mooi. En mooi weer ook. Het was weer wijsjes. En dat al voor de 19e keer.

zondag 1 september 2013

Achttiende Editie: Zuiderzee-ballade


Optredens van: Gardening Company, Bomberléo, Ditmer & Ajay, Maggie Brown
+ film: 'Wah Do Dem' (Ben Chase & Sam Fleishner, 2009)
Locatie: een voormalige scheepsloods in Durgerdam

zondag 26 mei 2013

Zeventiende Editie


Optredens van: Laura Mentink (performance), Lester, Heading North, Dan Geesin, Bruno, Rob K.
Locaties: de woonkamer van Olga en Bas, een voormalig postkantoor, het atelier van John, Oostzee

Tekst: Peter Rijnsburger, foto's en video: Gert Verbeek

Het organiseren van kleinschalige concerten in winkels, huizen of andere panden lijkt steeds populairder te worden. Recente voorbeelden zijn de geslaagde estafetteconcerten op het Doek festival in Amsterdam en de stadsexpedities in Dordrecht tijdens het Urban Explorers festival. Maar het sfeervolste en verrassendste uitje in deze stijl blijft Wijsjes uit het Oosten, dat op zondag 26 mei de 17e editie beleefde. Het mooie is dat het publiek het programma niet kent, maar zeker weet dat de organisatie weer iets speciaals heeft bedacht. Zo ook deze keer. Bij het startpunt, een huiskamer in de Bankastraat te Amsterdam Oost, begon het meteen goed met Chanson Russe van Igor Strawinsky. Zijn Sacre du printemps staat dit jaar in de schijnwerpers omdat dit meesterlijke werk een eeuw geleden zijn première beleefde. Wij krijgen vervolgens in de huiskamer een indringende performance te zien. Begeleid door creepy geluiden, afgewisseld door rustige klassieke muziek (dj Oscar Jan Hoogland), kruipt een schuwe vrouw (gespeeld door Laura Mentink) uit een kast, gaat aan tafel zitten en hapt woest in een brood, drinkt er wat bij en schrikt op van een openstaande deur en uit een doos vallende steentjes. Ze probeert, geblinddoekt op een tafel staand, of zij kan vliegen. Gelukkig ziet zij hier van af (opluchting bij het publiek). De wanhoop is voelbaar, uiteindelijk keert zij terug in de kast nadat zij alles netjes op zijn plaats heeft gezet: de stoel, de steentjes in de doos. We krijgen geen uitleg of duiding, het is wat het is. Daarna is het tijd voor iets luchtigers, en jawel, daar is Lester. Gezeten op een stoel op een tafel krijgen we enkele gitaarliedjes voorgeschoteld. Lester (Mark Meeuwenoord) krijgt ondersteuning van Manu Ornon (een krachtige tweede stem) in een paar nummers.

De cake, koek, thee en koffie zijn op, dus we verplaatsen ons naar de tweede locatie in de Wijttenbachstraat. Daar staan jonge jenever en augurken klaar in een pand dat nog 'under construction' is en tijdelijk beschikbaar voor culturele activiteiten. Het duo Heading North (Laurie en Maria), verzorgt een unplugged optreden met prettig in het gehoor liggende songs. Echt iets voor de zondagmiddag. Jammer is alleen dat de percussie net iets te luid klinkt in de holle ruimte, waardoor de stem en gitaar wat minder goed te horen zijn. We bewegen ons voorts per fiets of lopend in zuid-westelijke richting naar de derde locatie in de Vrolikstraat. Nomen est omen, zoals de Romeinen zeggen, want daar is Dan Geesin met zijn opbeurende liedjes. De zon is gaan schijnen, er ligt een grote stapel boterhammen met smeerkaasbeleg en komkommer (lekker fris), en er is rosé. Een ideale ambiance voor de muziek van Dan. Hij bespeelt afwisselend een elektrisch orgel en keyboard en zingt licht absurde teksten over alledaagse zaken. Vooral het nummer over de 'meaning of life' zorgt voor een brede glimlach bij de tekstregel: we' re gonna google it up. Ik koop zijn cd Music by post die in een speciale verpakking is gestoken. Een in driehoeken gevouwen papieren hoes, bijeengehouden door een zwart elastiek. Toeval of niet: ook de boterhammen zijn in driehoeken gesneden, De organisatie denkt ook overal aan.

Op naar de laatste locatie, een schoolgebouw in de Laing’s Nekstraat vlakbij het Steve Bikoplein. Voordat we aan het eten beginnen, krijgen we een solo optreden geserveerd door Bruno op basgitaar (en veel meer, zoals zal blijken). De opstelling doet mij denken aan het soloproject Land Observations, een Engelse jongen die met zijn gitaar een soort postrock in Michael Rother stijl (bekend van Neu! en Cluster) speelt. Bruno gebruikt ook een batterij effectapparatuur maar klinkt funkier en experimenteler. Een basgitaar kan hij zelfs als gitaar of elektronica laten klinken. Magie uit een doosje en pedalen. Bruno kijkt af en toe naar ons, om te zien of we wel doorhebben wat hij doet. Nee, geen flauw idee, maar wat is het goed. Dé verrassing van de dag. Na het verrukkelijke eten, bietensalade en pasta met groenten, komen de mensen die snakken naar een portie rock & roll aan hun trekken. Een grote Amerikaanse vlag (of wat daar sterk op lijkt) wordt uitgevouwen achter het trio en over een tafel gedrapeerd met als opdruk: Rob Kennedy for president. Rob K is een kruising tussen Jon Spencer en Little Richard die geen microfoon nodig heeft. Een echte performer. De twee gitaristen, waarvan er één de kickdrum met zijn voeten bespeelt, produceren lekkere vette riffs waarop Rob al surfend (niet zo gek: hij woont tegenwoordig op Hawaii) zijn teksten knauwend uitspuugt. Hij deinst er niet voor terug om op zijn hoofd te gaan staan of een salto te maken. Dat laatste is niet zonder risico: als hij na een salto opstaat loopt er een bloedstraaltje tussen zijn ogen naar beneden. Bij de salto heeft de halsketting in de vorm van de letter R zijn hoofd geraakt. Maar dat is een detail. Zijn tip voor de dames: don't be afraid to wake up with make up. Enfin, we gieren op een mooie finale af en daarna kopen we wat cd's en vinyl bij Rob. Ik ga naar hu s met een single (Dirty 12/Bad Gita) waarop Jon Spencer en Christina Martinez meespelen. Zo komt een einde aan een geslaagde editie van de Wijsjes. Kernwoorden: inventief, intiem en informeel.

zondag 8 juli 2012

Zestiende Editie


Optredens van: Cello-ensemble Sharp, Matto Frank, Hartog, Daan Doesborgh, CCQP.A.Coté, Ketelbinkie
Lokaties: Oostzee, een kantoor in de Wijttenbachstraat, de huiskamer van Arthur en Netta, een viaduct aan de rand van Oost, Delicatessen

Ed Schenk maakte de foto's, Vido Liber schreef een impressie:

Voor de zestiende editie van ons favoriete Amsterdamse huiskamerfestival moesten we ons melden bij een blauw hek om de hoek van het Steve Bikoplein in de Transvaalbuurt. Een wachtwoord was niet nodig, maar misschien is dat een idee voor de volgende editie. In het noodlokaal van een basisschool werden we begroet door modellen en tieneridolen, vriendelijk glimlachend vanaf tijdschriften uit de jaren vijftig, op een rijtje hangend aan de achtermuur. Baby Jim, bij het eerste optreden de allerjongste onder de festivalbezoekers, kirde goedkeurend bij de eerste lage noten van cellokwintet Sharp. De titel van het openingsstuk is Conclusion, vertelde de senior celliste van het ensemble, en alle composities zijn van de Finse cellogroep Apocalyptica. Omdat ze zelf, vrijwel moeiteloos, de meeste snelle passages voor haar rekening nam, en de overige, jongere strijkers zich voornamelijk beperkten tot afwisselend zwaarmoedige lange uithalen en dreigende staccatobassen, rees het vermoeden dat de linker celliste de lerares is en de rest van de groep haar pupillen. Een van de mannelijke strijkers gebruikte een broekriem om te voorkomen dat zijn instrumenten tussen zijn benen vandaag zou glijden - de gesp rondom een stoelpoot en de punt van de cello vastgepind in een van de riemgaten. Het vocht van de langdurige ochtendregen leek in de instrumenten geslopen, want niet alle noten klonken even zuiver. Na enkele eerste aarzelende passages raakten de muzikanten meer op dreef en gleden de noten steeds soepelere om en over elkaar heen. Sharp is plechtiger dan de langharige Finse voorbeelden. De groep durfde niet helemaal los te gaan, maar dat was wel zo prettig zo vroeg in de middag.

Buiten was het ondertussen opgehouden met regenen. Gelukkig, want we moesten een stukje lopen, van de Transvaalbuurt richting Oosterpark, waar zojuist een verregende editie van Roots Open Air was begonnen. Doffe bassen reikten vanuit het park tot aan onze volgende locatie aan de Wijttenbachstraat. Tijd voor een broodje, een koele rosé en Chinese popmuziek. Belicht door slechts een leeslampje mixte geluidskunstenaar Matto Frank vanaf een laptop eigen opnamen van een reis uit China met toegankelijke ambient. Achter hem projecteerden festivalorganisatoren John en Loes foto's van hun laatste twee Chinese reizen. Vergane communistische glorie, groene sawa's, zoet gekleurde neonreclames, reusachtige Boeddhabeelden, straattaferelen, nachtelijke stadsgezichten, wonderlijke koopwaar en karkassen van honden bij een slagerij werden afgewisseld met portretten van passerende Chinezen: een slapende reiziger, een lachende man naast een Boeddhahoofd, een jochie achterop de fiets van zijn moeder. Ook Matto Frank haalde Chinese individuen uit de massa door van dichtbij opgenomen conversaties in zijn soundscape te verwerken. Zowel uit de muziek als uit de foto's kwam naar voren hoe gastvrij het land kan zijn en hoe leuk de Chinezen het vinden een vreemdeling uit een ver land te tegen te komen.

Een laatste plensbui begeleidde de voortzetting van onze wandelroute, onder het viaduct door de Indische buurt in, naar het Ceramplein. We pasten niet allemaal in de lift naar de tweede verdieping en arriveerden daarom groepsgewijs in de woonkamer van Arthur en Netta. Singer/songwriter Hartog speelde nummers van zijn vorige album No Hero (2010) en van de elk moment te verwachten tweede cd Happy Days. Liedjes over verdwalen, dichtbij of in verre landen (Spanje, Italië), pasten goed bij een festival waarbij zelfs de organisator wel eens een verkeerde weg inslaat, zoals we een uur later zouden merken. Hartog had de meest melancholieke akkoorden op zijn akoestische gitaar uitgekozen om zichzelf mee te begeleiden. Drummer Rowin Tettero zorgde voor bescheiden ritmes. Om de liedjes nergens te overstemmen beperkte Tettero zich zoveel mogelijk tot brushes. De koffer van de snaredrum diende deze middag als basdrum. De gastvrouw probeerde een voorzichtige dansje in de aan de woonkamer grenzende keuken.

Het langste loopje van de dag, van Ceramplein naar het Oostelijke Havengebied, werd kort onderbroken door woorden van poëtische aard. We moesten wel eerst het juiste viaduct zien te vinden, aan de rand van Oost en stadsdeel Centrum. Daarbij overschreden we voor het eerst de festivalgrens. Dichter Daan Doesborgh wachtte ons aan het Oostelijke deel van het tweede viaduct op. Zijn gedichten werden soms overstemd door de opstekende wind, het verkeer dat in en uit de Piet Heintunnel reed en, als je heel goed luisterde, de bijen rondom de opgestapelde Bijentafels van kunstenaar Frank Mandersloot aan de overkant. Schor van eerdere declamatieopdrachten liet Van Doesborgh een paar voorbeelden uit zijn eigen spitsvondige werk over het kruispunt schallen. Bij een gedicht waarin hij het uitmaakt met zichzelf, werd het hardst gelachen. Hij sloot toepasselijk af met een gedicht van de ons eerder in de week ontvallen Gerrit Komrij. Een liefdesgedicht, over het vrijkomen van lichaamssappen en los zittende huidkorsten, die ons de lust tijdelijk ontnam.

De Piet Heinkade volgend kwamen we vanzelf terecht op de laatste locatie van het festival: Delicatessen aan de Veemkade, nog geen twee dagen eerder met groot succes geopend. Bij binnenkomst was CCQ, oftewel het Chris Corstens Quartet, het jazzcombo rondom de sopraansaxofonist en componist Corstens, al begonnen. Het leek even alsof we ongevraagd op bezoek waren bij andermans feestje. Op de stoelen en zitzakken zaten mensen die we die dag niet eerder in ons gezelschap hadden gezien. Een baby en een peuter probeerden naast hun moeder een bijdrage te leveren aan de improvisaties. Binnen een compositie kon een vrolijk springerige thema zomaar overgaan in plechtstatige, licht weemoedige filmmuziek. Vanuit muzikaaltechnisch oogpunt bekeken was CCQ een hoogtepunt in onze route.

De Franstalige Canadees P.A. Coté uit Saguenay, Quebec heeft het voorkomen van een globetrotter, een scheepsjongen die rond zijn pubertijd heeft besloten niet meer te groeien en nooit volwassen te worden. Het zou me niet verbazen als hij pas in de loop van de middag met zijn boot in de Amsterdamse haven was gearriveerd en nog een beetje moest wennen aan ons wisselvallige klimaat. Zijn Engelstalige aankondigingen in zwaar Frans accent waren nog enigszins te volgen, maar de inhoud van zijn eenvoudige, rauwe liedjes in plat Quebecs en Montreals gingen volledig langs me heen. Begeleid door een bassist en percussionist Menno op wasbord (altijd met mes en vork spelen!) leken zijn drankliederen afkomstig uit dat zuidelijker gelegen Franstalige Amerikaanse gebied, de Cajun Triangle in Louisiana, waar een ander onverstaanbaar dialect wordt gesproken: patois. Ik werd warmer van de groentesoep dan van de muziek.

Wijsjes Uit Het Oosten, dat dit jaar het tienjarig bestaan viert, deed zijn reputatie als een van de meest gevarieerde festivals weer eer aan. Na de cello's, soundscapes, liedjes, gedichten, jazz en drankzangstukken werd de dag afgesloten met Ketelbinkie. Bij zo'n bandnaam verwacht je op zijn minst een Rotterdams smartlappenkoor, maar Ketelbinkie is een wispelturige uitbarstingen voortbrengend trio, met Oscar-Jan Hoogland (de pianist van CCQ) op Moog synthesizer en andere elektronica, Bas Jacobs (eigenaar van Delicatessen en medeorganisator van de Wijsjes) op gitaar en effecten en de doorrookte stembanden van dichter Daan Doesborgh, de Nederlandstalige Captain Beefheart. De loops uit een van de gitaareffectenkastjes zorgden voor een ritmische basis waar de drie muzikanten hun gecontroleerde chaos dankzij hobbylijm tot een verbazingwekkend hecht geheel wisten te plakken, ergens in het schemergebied tussen The Ex, André Manuel en een stroomstoring.

zondag 27 november 2011

Vijftiende Editie

Optredens van: Springer & Greeven, G.W. Sok, The Gardening Company, Bob Corn en Simple People
Lokaties: Varna's woonkamer, John's atelier, een bestelbusje aan het eind van de Polderweg, Carmel's en Sanne's woonkamer, Delicatessen

Een impressie van B. Zoeker:

Er was zondag in november. Er was nat want er was regen. Er was aanbeldeur met huis. En er was huisvolmetbezoekers. Er was koek en taart en koffie. Er was daar Springer er was Greeven. Er was dus zang met heel wat toetsen en erna was er applaus. Er was dan wandel door de straten. Er was droog want nu geen regen. Er was halte twee in atelier. Er was broodjes. Er was drankjes. Er was GW Sok met woorden die zo hoorden. Er was luisteren en praat. Er was lopen weer op straat. Er was busje langs de spoorlijn. Er was daarbinnen man of drie. Er was Gardening Company. Er was fluiten. Er was hun liedjes hop naar buiten. Er was "wat drink je". Er was "drankje". Er was wandeling weer op weg. Er was tunnel straat en nog een straat. En er was woning op driehoog. Er was trappen op en hoge stapel jassen. Er was hoge stapel brood. Er was water koffie bier en wijn. Er was gitaarversterk reuze fijn. Er was Bob Corn. Er was zijn zang. Er was plezant gehang. Er was de trap af naar beneden. Er was straatuithoekom laatste stop. En er was soep en brood en Simple People. Er was flink wat laatste liedjes. Er was nazit napraat buitendonker. Er was Bas en John en ons en er was proosten... Er was Wijsjes er was Oosten.

























zaterdag 18 juni 2011

Veertiende Editie: LenteUitje

Optredens van: Andrew Vladek, Oscar Jan Hoogland & Caroline Ruijgrok, Uinko Eerenstein, Showdog, The Bellbines

Lokaties: Grafisch Werkcentrum, Delicatessen, diverse woonkamers

Een impressie van Peter Rijnsburger:

Op een zomerse hemelvaartsdag was ik in Amsterdam Oost voor het jaarlijkse lente uitje. Om één uur 's middags verzamelen muziekliefhebbers zich bij de Delicatessen-winkel in de Sumatrastraat. Het programma is nog een verrassing. Dat is ook het aardige: reisleider Gloria brengt ons naar bijzondere locaties waar wij optredens bijwonen. Zo bezoeken we een grafisch werkcentrum, een benedenwoning waar we binnenkomen via het raam en een bovenwoning op de tweede etage waar we badend in licht een fraai unplugged optreden van Andrew Vladeck voorgeschoteld krijgen (onder meer een bluessong van Blind Blake). De voorlaatste stop van het uitje is een oefenruimte waarin Uinko Eerenstein's muziek is te horen, die ergens tussen Hans Dorrestijn en Johnny Cash ligt, grappig en serieus tegelijk, zoals in teksten als "koopman mag ik een mandarijntje proeven" en "over smaak valt te twisten, tenminste wel met mij".

Terug bij Delicatessen serveert gastheer Bas Jacobs soep met brood. Als laatste spelen The Bellbines een opgewekte set van folksongs die de zonnige stemming van het uitje nog even verlengt. Speciale vermelding verdienen de catering (drank en versnaperingen waren onderweg bij de prijs inbegrepen, slechts € 10), en natuurlijk alle optredens. Zo ongedwongen en relaxed kom ik het zelden tegen: napraten met de muzikanten en de andere bezoekers zorgt voor een aangename sfeer. Ik volsta met een korte impressie van de nog niet genoemde optredens en raad iedereen aan om de websites van de artiesten te bezoeken voor meer informatie en (soms) gratis downloads. Oscar Jan Hoogland en zangeres/verteller Caroline Ruijgrok voeren een sfeervolle soundscape uit, die beelden oproept van uitgestrekte grasvlaktes en woestijnen in Amerika. Desolate (slide)gitaar, krakend vinyl, een vervormde stem, flarden tekst over boeren, koeien en de Marlboro man.

Ook sfeervol is de muziek in het verdonkerde Grafisch Werkcentrum waar we tussen drukpersen (merk: Heidelberg) een mooi verhaal horen over een drukker en zijn vrouw, die verschillend aankijken tegen de ruimte waarin wij ons bevinden. Sterke liedjes van een akoestisch trio (gitaar, bas en zang) met uitvoeringen van Dream a little dream (Mamas & Papas), Serpentine (dEUS) en Breakaway (Tracey Ullman). Dat laatste nummer wordt veel trager uitgevoerd dan het origineel, waardoor het wint aan zeggingskracht en emotie. Tot slot noem ik het prima ingespeelde duo Showdog die in een volle huiskamer (ik kan nog net een plekje vinden naast de platenspeler en albums van Beck en The Beatles) een gevarieerde set van folkpop songs speelt. Dit lente uitje is samen te vatten met het volgende bekende citaat op een albumhoes uit 1967: a splendid time is guaranteed for all.

zondag 24 april 2011

Paaswijsjes: Eitjes Uit Het Oosten

Optredens van Old Seed [Canada], André Schaminee, Templo Diez, The Bellbines, Easter Parade, Uinko Eerenstein, Kanipchen-Fit, RaaskalBOMfukkerZ

Locatie: voor deze gelegenheid -Paaszondag- niet meerdere maar slechts één zeer toepasselijke plek: een leegstaande kerk.

Subjectivist, radiomaker ('Senzor') en recensent ('Caleidoscoop') Jan Willem Broek schreef een gedetailleerd verslag:

Ongeveer twee keer per jaar gebeurt er iets bijzonders in de wereld, of specifieker in Nederland, of nog specifieker in Amsterdam en nog nog specifieker in Amsterdam Oost. Dan organiseren John Prop en Bas Jacobs namelijk hun 'Wijsjes uit het Oosten'. [...]

Heel toepasselijk moeten we ons met Pasen verzamelen in een leegstaande kerk ergens in -hoe kan het ook anders- Amsterdam Oost. Terwijl de zon fel schijnt, dralen de eerste bezoekers weifelend om elkaar heen; veel bekende gezichten van mensen die je niet echt kent. Je weet dat het niet lang gaat duren alvorens de groep van enkele tientallen mensen een hechtere groep wordt. Gedeelde interesses en de aanwezigheid op een unieke gelegenheid verbindt. Er staan pakken vruchtensap, cola en water klaar om de dorstige menigte al iets te temmen. De uitzondering op de regel, zo blijkt spoedig, is dat we op deze fantastische locatie blijven en niet zoals gebruikelijk verkassen.
De optredens
De openingsact start ongeveer om 13:30 buiten, een half uur na de verzameltijd in de schaduwrijke hoek voor de kerk. Het is de Canadese muzikant die zich Old Seed noemt. Ondanks zijn Mastodon t-shirt, Zappa-snor, lange haar en vele tatoeages brengt hij een zeer gevoelige singer-songwriterset ten gehore. Akoestische gitaar en zang met op de achtergrond overvliegende duiven, meeuwen, omvallende bekertjes, ambulances en spelende kinderen. Na een innemend optreden worden we in de kerk uitgenodigd alwaar koffie en paasbrood klaar staan. Aan de achterwand van de kerk prijkt een reusachtig roze paaskonijn. Op het balkon galmt ineens de stem van gastheer Prop die op sacrale wijze het concept van de dag bezingt en uitlegt. De sfeer is gezet. Hij kondigt ook de volgende act aan.

Op het kansel staat 'broeder' Andreas (André Schaminee/LVR labelbaas) klaar om zijn eerste korte lezing te houden over fascinerende familieverhalen die dreigen te verdwijnen, omdat nu eenmaal bij het overlijden van familie nu eenmaal verhalen verdwijnen. De verhalen zijn meen ik me te herinneren afkomstig van twee oude ooms. De setting in de kerk is perfect hiervoor. Hierna speelt in de hoek van de kerk, achter het altaar Templo Diez een adembenemende set. Altcountry, Americana, singer-songwritermuziek en pop in perfecte harmonie. Sowieso een band die veel meer aandacht verdient, net als de zijprojecten van zanger/gitarist Pascal Hallibert (Praise The Twilight Sparrow, Point Quiet). Pascal zingt op rustige wijze, speelt gitaar en zo nu en dan mondharmonica; ook neemt hij een keer de plek van de drummer in. Hij wordt begeleid door een Leejon Verhaeg (gitaar), Hans Custer (contrabas), Miranda Visser (viool) en Paolo Panza (drums, percussie). Het is werkelijk zo mooi dat iedereen stil valt.

Na het optreden worden we verzocht ons in de zijkerk te vervoegen alwaar het trio The Bellbines een moderne versie van de zeventiger jaren folk en altcountry ten gehore brengen. Stemmige liedjes met korte anekdotes erbij. Nadat we allemaal de bloemetjes in ons haar hebben gekregen van de muziek wachten gastheren John en Bas ons op met jenever en zuur, zoals het betaamt in de kerk. Licht aangeschoten, want niemand krijgt slechts één borrel en het gaat erin als een preek, maken we ons op voor de tweede boeiende lezing van Andreas.
Naast het altaar krijgen we vervolgens een wervelend optreden van Easter Parade. Dit is het project van onder meer violiste, zangeres, gitariste en toetseniste Susanne Linssen (ex-Seedling, Hospital Bombers. Awkward I). Ze wordt begeleid door een violiste, altvioolspeler, gitarist/toetsenist (mede-Hospital Bomber) en percussioniste met bekende gezichten maar waarvan de namen me even ontschoten zijn. Het vijftal levert prachtige en leuke liedjes af over verlaten kerstbomen en toch weer niet, over littekens die je aan je kersverse lief laat zien en andere onderwerpen. Susanne brengt, wellicht mede dankzij de borrels, ook alles met veel humor.

Over humor gesproken, het optreden dat volgt in de zijkerk is van Uinko Eerenstein. Hij lijkt wat autistisch over zijn gitaar te harken, maar zodra de zaal 'gevuld' is begint hij met zingen. De monotone zang vol cynische en hilarische teksten doen met meer dan eens denken aan Hans Dorrestijn, alleen dan misschien nog wel leuker. En er zit ook wel een Drs. P in. De zaal ligt ook regelmatig plat om zijn gortdroge humor. Op zijn site kan je ook luisteren naar een aantal van zijn nummers, maar zoals ze hier akoestisch uitgevoerd worden is het eigenlijk nog mooier. Een verrassend leuk optreden zo bijna aan het einde van de dag.

Inmiddels staan er op het altaar diverse alcoholische versnaperingen en sandwiches te wachten op de gasten, die gretig genuttigd worden als Andreas zijn laatste korte lezing geeft. Empee Holwerda (ex-Lul, ex-Solbakken, Kanipchen-Fit) begeleidt hem ondertussen op zijn akoestische gitaar, waardoor je een soort bezwerende spoken word act krijgt, die in de kerk wel heel fraai uit de verf komt. Hierna brengt Kanipchen-Fit, Empee samen met zijn geweldig expressieve vrouw en zangeres Gloria, in de alkoof een fantastisch opzwepende, akoestische set ten gehore. Bij hun verstilde nummers krijg je zelfs kippenvel. Geweldig! Ook al was de akoestiek hier eigenlijk bereslecht.

Tot slot brengt het duo de RaaskalBOMfukkerZ in de pastorie hun net zo merkwaardige als fascinerende set ten gehore. Ik zie ze zo op de Kleine Parade staan met hun beschilderde gezichten, kostuums en hun tussen geniale en gekte balancerende muziek. Robuust gebrachte poëtische teksten onder begeleiding van stuiterende beats, hip hop-achtige stukken, noise en soundcapes. Een prima afsluiter van een unieke dag. Eten en drank zijn hetgeen dat rest. Zo krijg en houd je nog eens ongelovigen in de kerk. Wellicht niet helemaal volgens de Paas-gedachte, maar wie maalt daar om?

Eigenlijk wil ik dit festival helemaal niet delen met anderen, want het unieke karakter ervan bestaat mede door de intimiteit maar het is ook zo bijzonder dat iedereen er gewoon van weten moet.