zondag 18 mei 2003

Tweede editie

Optredens: Pfaff, Sely Friday, Empee Holwerda, Louisa Lilani & John Prop, Zea

Lokaties: Bas' woonkamer, Empee's woonkamer, John's atelier en een kantine van het stadsdeel

Recensie door Freek 'Zebra':
Gistermiddag één uur. Ik bel aan op een adres ergens in Amsterdam Oost. Niet uitgeslapen, de alcohol van een feestje van de avond ervoor nog in mijn bloed. Ik word gastvrij ontvangen in een huis waar een verjaardagsstemming heerst; kopje thee, gevulde koek erbij. Ik verkeer in een select gezelschap dat zich vandaag laat rondleiden langs de woningen van diverse muzikanten in deze buurt. Als eerste krijst Pfaff, op een rondtollend tafeltje, zijn country-repertoire (meeschreeuwen gewenst). Vervolgens legt Sely Friday iedereen het zwijgen op met knappe en heldere songs over bomen en vissen. Dan worden we ineens op straat gegooid.

Empee Holwerda van Solbakken heeft een huis zonder meubels. Enkelen vragen zich af of hij echt zo Spartaans leeft, of dat hij zijn woning voor de gelegenheid ontruimd heeft. Terwijl de solbakkenist in pyjamaboek melancholieke nummers ten gehore brengt, doet het gezelschap zich tegoed aan jenever en roggebrood met kaas. Een aparte combinatie die me echter op een of andere manier perfect lijkt aan te sluiten op het repertoire van de muzikant. Dan wordt de tocht vervolgd.

In het atelier van Louisa Lilani & John Prop krijgen we een goedgevulde omelet en rosé. Smullend en nippend laten de uitverkorenen (want zo voel ik me inmiddels) zich een halfuur durende set geboeid welgevallen. Zelfs de buurt loopt uit en staat, met de neus tegen het glas gedrukt, door de luxaflex te staren.

De tocht eindigt in de kantine van een bedrijf waarvan de werkzaamheden me onduidelijk blijven. Al zijn de kalenders met schaars geklede dames, bewapend met hogedrukreinigers en kettingzagen, wel een aanwijzing. De catering uit het Oosten zorgt dit keer voor bier en cocktailworstjes. Zea speelt een volle set met veel nummers van hun laatste cd (die, voor zover ik hem heb gehoord, erg goed is).

Toen had het afgelopen moeten zijn. Maar toen begon het eigenlijk pas. Pfaff nam weer de gitaar op waarna vrijwel iedere aanwezige artiest zijn voorbeeld volgde en nog een nummertje speelde. Dat wekte weer kriebels op bij ieder ander die een gitaar kon vasthouden. Drank begon publiek en artiesten duidelijk parten te spelen. Toen ik eindelijk het gebouw verliet, was het nog licht. Al had ik eerder het gevoel dat het alweer licht was.